Hendrikx Van der Spek

Bureau voor bedrijfscommunicatie

Weblog

22.12.03

De nar in de ar

Ik ben een man van het woord (collega’s zeggen ‘mannetje’, maar allez, wie niet lang is moet zich groot houden). Ik ging dus via trefwoorden op zoek naar de narrenbelletjes in de arrenslee. Op de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren (dbnl) kun je veel oude teksten online doorzoeken. In de Gouden eeuw spreekt de dichter Willem Sluyter over een ‘narreslee met belletjes.’ Is dit een tautologie? Ik bedoel: als de narrenslee zijn naam dankt aan de belletjes, is een 'narrrenslee met belletjes' dubbelop.

Dan maar te rade gegaan bij de grote dichter Bredero. Hij is liefhebber van het ijs: "nooit had ik meer verblijen als ’s winters in het rijen". Bredero maakte in 1617 voor almanak een serie versjes op de maanden van het jaar. Sander moet het in december ontgelden. De dichter stelt voor hem met bellen te behangen en in een slee te zetten:

DECEMBER

Dat men Sanders bek op snee
En behing hem voort met bellen,
Men zou de Noor-man in een Slee
Voor een Nar dan mogen stellen

Die Bredero! Hij kon toen nog niet weten dat hij een jaar later zelf met een slee door het ijs zou zakken en aan de gevolgen daarvan zou overlijden. Hij was nog jong, maar liet een groot oeuvre na. Zijn versje bij december wees erop dat er mogelijk ooit een echte nar in de slee had gezeten. Vervolgt.


Max Dohle @ 11:12 | link |